Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/530
Ambtshalve strafvermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn in cassatie.
HR 07-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:894
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/00852
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:894, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:382, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2015
Essentie
Ambtshalve strafvermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn in cassatie.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 12 februari 2013, nummer 24/000265-09, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. G. Spong, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, heeft bij arrest van 12 februari 2013 verzoeker wegens 1a. en 6. telkens ‘medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd’, 2. en 4a. telkens ‘oplichting’, 5. ‘medeplegen van oplichting’ en 7. ‘bedrieglijke bankbreuk’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden. Voorts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.