Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/2
Burenrecht. Recht op erfafscheiding in vorm scheidsmuur (art. 5:43 en 5:49 BW); geen belangenafweging; misbruik van bevoegdheid; derogerende werking redelijkheid en billijkheid; afstand van recht; rechtsverwerking. Mandeligheid; onderhoud en vervanging mandelige muur; art. 3:170 BW en art. 5:65 BW.
HR 06-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1907
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 december 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/02194
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS175105:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Goederenrecht / Burenrecht en mandeligheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1907, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:689, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑06‑2018
- Wetingang
Art. 3:170, 5:43, 5:49, 5:65 BW
Essentie
Burenrecht. Recht op erfafscheiding in vorm scheidsmuur (art. 5:43 en 5:49 BW); geen belangenafweging; misbruik van bevoegdheid; derogerende werking redelijkheid en billijkheid; afstand van recht; rechtsverwerking. Mandeligheid; onderhoud en vervanging mandelige muur; art. 3:170 BW en art. 5:65 BW.
Samenvatting
Art. 5:49 lid 1 BW geeft de eigenaar van een perceel in een aaneengebouwd gedeelte van een gemeente (behoudens de uitzondering van lid 2) het recht te allen tijde te vorderen dat de eigenaar van een aangrenzend perceel zijn medewerking eraan verleent dat op de grens van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.