RvdW 2015/81
Antilliaanse vervolgingsuitlevering aan de V.S. Aan de rechter die over de toelaatbaarheid van de uitlevering beslist komt geen oordeel toe over de rechtmatigheid van de bewijsgaring t.b.v. de strafzaak in de verzoekende staat (vgl. ECLI:NL:HR:2001:AB3324).
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 december 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
14/01270
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3540, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2257, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2014
Essentie
Antilliaanse vervolgingsuitlevering aan de V.S. Aan de rechter die over de toelaatbaarheid van de uitlevering beslist komt geen oordeel toe over de rechtmatigheid van de bewijsgaring t.b.v. de strafzaak in de verzoekende staat (vgl. ECLI:NL:HR:2001:AB3324).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een einduitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van 6 februari 2014, nummer HAR 186/13-211/13, op een verzoek van de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering van: [de opgeëiste persoon]. Adv. mr. C. Reijntjes-Wendenburg, te Maastricht.