Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/67
Art. 80a lid 1 RO. Bruikleenovereenkomst woonhuis. Moet vergoeding worden aangemerkt als tegenprestatie in de zin van art. 7:201 BW (huur)? Feitelijke grondslag.
HR 12-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3595
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 december 2014
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/04005
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3595, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1914, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑2014
Essentie
Art. 80a lid 1 RO. Bruikleenovereenkomst woonhuis. Moet vergoeding worden aangemerkt als tegenprestatie in de zin van art. 7:201 BW (huur)? Feitelijke grondslag.
Partij(en)
- 1.
[eiser 1],
- 2.
[eiseres 2],
eiseres tot cassatie, adv.: mr. M.A.R. Schuckink Kool,
tegen
Camelot Beheer B.V. te Eindhoven, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.H. Wissink:
1.
Het bij dagvaarding van 8 juli 2014 door eisers tijdig ingestelde cassatieberoep richt zich tegen het in kort geding gewezen arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (zittingsplaats Arnhem) van 13 mei 2014. Daarin bekrachtigde het hof het vonnis van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.