Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/76
(On)mogelijkheid taakstraf op te leggen.
HR 09-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3539
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 december 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/06167
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3539, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2254, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑01‑2014
- Wetingang
Art. 22b lid 2, 22g Sr
Essentie
Mede gelet op de wetsgeschiedenis moet art. 22b, tweede lid, Sr aldus worden uitgelegd dat – afgezien van de in het eerste lid omschreven gevallen – een taakstraf in geval van veroordeling voor een misdrijf alleen dan niet kan worden opgelegd, indien
(i) aan de veroordeelde in de vijf jaren voorafgaand aan het door hem begane feit wegens een soortgelijk misdrijf een taakstraf is opgelegd, en
(ii) de veroordeelde deze taakstraf daadwerkelijk heeft verricht dan wel op grond van art. 22g Sr de tenuitvoerlegging is bevolen van de vervangende hechtenis.
Een en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.