Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/71
Oordeel dat aanhouding van verdachte rechtmatig is geweest niet behoorlijk gemotiveerd; desondanks geen cassatie. Voldoende gelegenheid geboden voor recht op raadpleging advocaat na aanhouding.
HR 09-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3550
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 december 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/03918
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3550, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2265, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑11‑2013
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 54 lid 3, 61 lid 2, 128, 359a Sv
Essentie
1. Gelet op hetgeen de raadsman heeft aangevoerd, heeft het hof zijn oordeel dat de aanhouding van de verdachte rechtmatig is geweest, niet behoorlijk gemotiveerd. Dat behoeft evenwel niet tot cassatie te leiden, nu het gevoerde verweer blijkens de pleitnota slechts inhoudt dat sprake is van een vormverzuim als bedoeld in art. 359a Sv en dat zulks tot bewijsuitsluiting moet leiden, terwijl over het belang van het geschonden voorschrift dat niet tot aanhouding mag worden overgegaan zonder een daartoe door de (hulp)officier van justitie gegeven bevel, de ernst van het verzuim en het daardoor veroorzaakte nadeel niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.