Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/213
213 Art. 195 Rv
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691562:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Er kan ook aanleiding bestaan een uitzondering te maken indien in een aansprakelijkheidszaak vast staat dat verweerder/verzekeraar voor de schadelijke gevolgen van het ongeval aansprakelijk is en eiser aanzienlijke schade heeft geleden. Deskundigenkosten zouden buiten rechte als schadepost kwalificeren (art. 6:96 lid 2 BW).
Waren partijen nog niet in de gelegenheid te reageren op de hoogte van een voorschot, dan biedt de rechter partijen de mogelijkheid hiertegen gemotiveerd bezwaar te maken. De voorschotbeslissing is een rechterlijke instructiemaatregel en daarmee een gewone tussenuitspraak; het verbod van tussentijds appel is dus van toepassing op een dergelijke beslissing (HR 22 januari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK1639, NJ 2011/269 met nt. H.J. Snijders, JBPr 2010/26 met nt. E.F. Groot en G. de Groot, TvVP 2010/2, p. 59 e.v.). Wordt het voorschot niet binnen een door de rechter bepaalde termijn voldaan, dan kan de rechter daarmee ten nadele van die partij rekening houden (art. 196 Rv). (Rb. Rotterdam 1 maart 2006, ECLI:NL:RBROT:2006:AV3940, JBPr 2006/58 met nt. E.F. Groot en Hof Amsterdam 19 april 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BT7421, NJF 2011/454; betrof een art. 200 Rv deskundige).
Zie bijv. Rb. Dordrecht 3 december 2008, ECLI:NL:RBDOR:2008:BG6210 en Rb. Overijssel 26 september 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:3879.
Rb. Limburg 24 juni 2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:4576.
Als voorschot op de kosten van de deskundige stelt de rechter een bedrag vast; dit bedrag moet door de eisende partij of in verband met de omstandigheden van het geding door de wederpartij ter griffie worden gedeponeerd (art. 195 Rv). De woorden ‘in verband met de omstandigheden van het geval’ worden zodanig uitgelegd dat de partij die met het bewijsrisico is belast het voorschot moet betalen.1 Bij verweerder berust ingeval van een bevrijdend verweer het bewijsrisico. Dit betekent dat verweerder het voorschot op het honorarium zal moeten deponeren.2 De rechter zal de afwijking van de hoofdregel moeten motiveren.
Voorbeelden
Wanneer een aannemer nakoming van betaling van een factuur vordert van de opdrachtgever aangezien hij werkzaamheden heeft verricht voor de opdrachtgever, en verweerder voert aan dat het werk niet deugdelijk zou zijn, is dit verweer een bevrijdend verweer. Voor het geval de rechter een deskundige benoemt is het aan verweerder/de opdrachtgever om het voorschot op het loon van de deskundige bij de rechtbank in depot te storten.3
‘De stelplicht en bewijslast van het verweer van gedaagde dat zij heeft betaald en wel door verrekening in rekening-courant van het bedrag van € 37.500,-, rust ingevolge art. 150 Rv op haar. Het bewijs van de stelling van gedaagde dat zij dit bedrag heeft betaald via salderingen in een volgens haar bestaande rekening-courant verhouding tussen partijen of in zo’n verhouding tussen gedaagde en BV X, laat zich leveren door onderzoek door een registeraccountant, die op een door gedaagde te betalen voorschot onderzoek dient te doen in de betreffende financiële administratie. Het voorschot zal door gedaagde moeten worden betaald, omdat zij, zoals hiervoor vermeld, bewijs van haar betalingen moet leveren.’4