Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/663
Voorhanden hebben vals Sloveense identiteitskaart (art. 231 lid 2 Sr) en vals Sloveens rijbewijs (art. 225 lid 1 Sr). Strafmotivering en verwijzing naar niet tenlastegelegde feiten. Kon bij strafoplegging worden betrokken dat verdachte zich op professionele en criminele wijze heeft bezig gehouden met strafbare feiten als de onderhavige? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 21-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:769
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
17/04441
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:769, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:181, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2019
Essentie
Voorhanden hebben vals Sloveense identiteitskaart (art. 231 lid 2 Sr) en vals Sloveens rijbewijs (art. 225 lid 1 Sr). Strafmotivering en verwijzing naar niet tenlastegelegde feiten. Kon bij strafoplegging worden betrokken dat verdachte zich op professionele en criminele wijze heeft bezig gehouden met strafbare feiten als de onderhavige? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/04441
Datum 21 mei 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 31 augustus 2017, nummer 22/003589-16, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.