Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/661
Rijden na ongeldigverklaring rijbewijs. 1. UJD is een schriftelijk bescheid a.b.i. art. 339 lid 1 onder 5 Sv. 2. Uit de bewijsmiddelen kan niet volgen dat verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 21-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:721
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/04368
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:721, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:284, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2019
Essentie
Rijden na ongeldigverklaring rijbewijs. 1. UJD is een schriftelijk bescheid a.b.i. art. 339 lid 1 onder 5 Sv. 2. Uit de bewijsmiddelen kan niet volgen dat verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
21 mei 2019
Strafkamer
nr. S 17/04368
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 28 augustus 2017, nummer 21/006054-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.
Conclusie
Conclusie plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.