Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/323
Beklag. Klaagschrift tegen inhouding rijbewijs ex art. 164 lid 8 WVW 1994. Op gronden vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal kan klager niet worden ontvangen in het ingestelde cassatieberoep.
HR 19-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:248
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
18/00776
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:248, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:162, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑01‑2019
Essentie
Beklag. Klaagschrift tegen inhouding rijbewijs ex art. 164 lid 8 WVW 1994. Op gronden vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal kan klager niet worden ontvangen in het ingestelde cassatieberoep.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 7 februari 2018, nummer RK 18/000709, op een klaagschrift als bedoeld in art. 164 van de Wegenverkeerswet 1994, ingediend door: [klager], adv.: mr. G.P. Dayala, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1. De rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, heeft bij beschikking van 7 februari 2018 het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.