Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/353
Verordening Brussel II-bis. Internationale kinderontvoering; verzoek om terugkeer; verzoek om uitvoerbaarverklaring van beslissing waarbij terugkeer kinderen wordt bevolen; beroep; art. 47 Handvest grondrechten EU; termijn voor instellen rechtsmiddel; tenuitvoerlegging vóór betekening; bewarende maatregelen.
HvJ EU 19-09-2018, ECLI:EU:C:2018:739 (C.E. en N.E.)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
19 september 2018
- Magistraten
R. Silva de Lapuerta, C.G. Fernlund, J.-C. Bonichot, A. Arabadjiev, S. Rodin
- Zaaknummer
C-325/18 PPU
C-375/18 PPU
- Conclusie
A-G J. Kokott
- Roepnaam
C.E. en N.E.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:739, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 19‑09‑2018
ECLI:EU:C:2018:654, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 07‑08‑2018
- Wetingang
Essentie
Hampshire County Council tegen C.E., N.E.
Verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Court of Appeal (Ierland) bij beslissingen van 17 mei 2018 (C-325/18 PPU) en van 7 juni 2018 (C-375/18 PPU).
Verordening Brussel II-bis. Internationale kinderontvoering; verzoek om terugkeer; verzoek om uitvoerbaarverklaring van beslissing waarbij terugkeer kinderen wordt bevolen; beroep; art. 47 Handvest grondrechten EU; termijn voor instellen rechtsmiddel; tenuitvoerlegging vóór betekening; bewarende maatregelen.
1. De algemene bepalingen van hoofdstuk III van de Verordening Brussel II-bis moeten aldus worden uitgelegd dat wanneer wordt gesteld dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.