Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/498
Niet voorlezen van voor het bewijs gebezigde verklaringen die medeverdachten in eigen zaak hebben afgelegd. In cassatie geen belang bij klacht.
HR 11-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:661
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/06223
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:661, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:254, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2017
Essentie
Niet voorlezen van voor het bewijs gebezigde verklaringen die medeverdachten in eigen zaak hebben afgelegd. In cassatie geen belang bij klacht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 27 november 2014, nummer 20/001925-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft verdachte op 27 november 2014 van de feiten 1 en 2 vrijgesproken en voor feit 3: medeplegen van: om een feit, bedoeld in het derde lid (oud) / vierde lid (nieuw) van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.