Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/309
Wens om uitstel onherroepelijkheid vonnis geen grief/bezwaar a.b.i. art. 410/416 Sv.
HR 19-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:251
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/05073
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS33679:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:251, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1506, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
Wens om uitstel onherroepelijkheid uitspraak geen grief/bezwaar als bedoeld in art. 410/416 Sv.
De wens dat het tijdstip waarop de uitspraak in de strafzaak onherroepelijk zal worden, wordt uitgesteld, kan niet gelden als grief als bedoeld in art. 410 lid 1 Sv noch als bezwaar als bedoeld in art. 416 lid 1 en 2 Sv.
Samenvatting
Onder 'grieven' als bedoeld in art. 410 lid 1 Sv kunnen zowel bezwaren direct gericht tegen het oordeel van de rechter in eerste aanleg vallen als andersoortige gronden voor het instellen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.