Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/521
Ontbrekende pleitnota. Nietigheid van het onderzoek.
HR 10-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:556
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/06190
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:556, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:327, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑02‑2018
Essentie
Ontbrekende pleitnota. Nietigheid van het onderzoek.
Partij(en)
10 april 2018
Strafkamer
nr. S 16/06190
SB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 7 december 2016, nummer 22/002000-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. De verdachte is bij arrest van 7 december 2016 door het hof Den Haag wegens "medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod", veroordeeld tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.