Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/496
Ontoereikend oordeel dat door politicus in het publieke debat gedane uitlatingen onnodig grievend waren.
HR 10-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:541
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 april 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van de Brink, E.S.G.N.A.I. van den Griend, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/02932
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:541, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:24, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
Ontoereikend oordeel dat door politicus in het publieke debat gedane uitlatingen onnodig grievend waren.
Bewezenverklaard is dat verdachte — gemeenteraadslid — via zijn twitteraccount en facebookpagina A — een ander gemeenteraadslid — heeft beledigd door hem een racist te noemen. Nu verdachte die uitlatingen heeft gedaan aansluitend aan een in de gemeenteraad gevoerd debat waarin hij A discriminatoir optreden verweet is ’s hofs oordeel dat de door verdachte gebezigde uitlatingen onnodig grievend zijn niet zonder meer begrijpelijk gelet op het toetsingskader uit HR 16 december 2014, NJ 2015/108, en in aanmerking genomen enerzijds het politieke debat dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.