RvdW 2021/271:Verbeurdverklaring, art. 33a Sr. Het hof heeft geen vaststellingen gedaan waaruit kan volgen dat het bewezenverklaarde met behulp van deze voorwerpen is begaan c.q. dat een van de bedoelde voorwerpen is gebruikt in verband met de bewezenverklaarde feiten. Het cassatiemiddel is in zoverre terecht voorgesteld. HR zal om redenen van doelmatigheid de zaak met betrekking tot deze voorwerpen zelf afdoen en gelast de teruggave ervan aan verdachte.