Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/240
Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Beneluxmerk; ‘ouder recht’ in zin art. 2.23 lid 2 (oud) BVIE. Rechtsverwerking. HR stelt partijen in de gelegenheid te reageren op te stellen prejudiciële vragen.
HR 15-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:42
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 januari 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/02348
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1161, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:530, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2023
ECLI:NL:HR:2021:271, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑02‑2021
ECLI:NL:HR:2021:42, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:743, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑08‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑05‑2019
- Wetingang
Essentie
Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Beneluxmerk; ‘ouder recht’ in zin art. 2.23 lid 2 (oud) BVIE. Rechtsverwerking. HR stelt partijen in de gelegenheid te reageren op te stellen prejudiciële vragen.
Samenvatting
Ingevolge art. 6 lid 2 van de ingetrokken Merkenrichtlijnen 89/104/EEG en 2008/95/EG staat het aan een merk verbonden recht de houder niet toe een derde te verbieden om in het economisch verkeer gebruik te maken van een ouder recht van slechts plaatselijke betekenis, wanneer dat recht erkend is door de wetgeving van de betrokken lidstaat en binnen het grondgebied waarin het erkend wordt. Deze bepaling is geïmplementeerd in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.