Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/265
Medeplegen van voorbereidingshandelingen m.b.t. invoer cocaïne (art. 10 lid 5 Opiumwet) en het voorhanden hebben van een revolver (art. 26 lid 1 WWM). 1. Motivering afwijzing getuigenverzoek en 2. Motiveringsklacht welke ‘andere hand-of spandiensten’ verdachte zou hebben verricht ten einde het feit a.b.i. art. 10 lid 5 Opiumwet voor te bereiden. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 16-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:125
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 februari 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/02621
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:125, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑02‑2021
Essentie
Medeplegen van voorbereidingshandelingen m.b.t. invoer cocaïne (art. 10 lid 5 Opiumwet) en het voorhanden hebben van een revolver (art. 26 lid 1 WWM). 1. Motivering afwijzing getuigenverzoek en 2. Motiveringsklacht welke ‘andere hand-of spandiensten’ verdachte zou hebben verricht ten einde het feit a.b.i. art. 10 lid 5 Opiumwet voor te bereiden. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/02621
Datum 16 februari 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 21 mei 2019, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.