Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/996
Rechtmatigheid opnamen afgeluisterde gesprekken.
HR 12-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4651
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juli 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, M.A. Loth
- Zaaknummer
10/01305
- Conclusie
A-G Silvis
- LJN
BP4651
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP4651, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑07‑2011
- Wetingang
Svart. 126l lid 1 en 126ee lid 1 ; Besluit technische hulpmiddelen bijzondere opsporingsbevoegdheden art. 1, 3 en 5; Besluit technische hulpmiddelen Strafvordering art. 14 lid 1
Essentie
Ten onrechte heeft het hof de afgeluisterde en opgenomen gesprekken als onrechtmatig verkregen bewijs bestempeld omdat zij zouden zijn beluisterd met een technische hulpmiddel (OVC) dat niet aan de wettelijke eisen voldeed. Indien voor de desbetreffende apparatuur ten tijde van het gebruik ervan een verklaring van goedkeuring is afgegeven, zoals het geval was, dient de rechter ervan uit te gaan dat die apparatuur aan de wettelijke eisen voldeed. De door het hof vastgestelde mogelijkheid tot afluisteren zonder dat de gesprekken werden opgenomen kon daarom slechts ten toets komen in verband met de vraag of van die apparatuur een normaal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.