RvdW 2011/1027

Uzun wordt, o.a. in het kader van een strafvorderlijk onderzoek jegens hem en een medeverdachte (S.), in verband met deelneming aan een aantal bomaanslagen, gedurende een bepaalde periode onderworpen aan verschillende surveillancemaatregelen, soms tegelijkertijd. Een van de daarbij toegepaste maatregelen betreft de plaatsing van een GPS in een voertuig van S., die door beide mannen wordt gebruikt. De daarmee verkregen informatie speelt een belangrijke rol in de bewijsvoering bij de veroordeling van Uzun. In de nationale procedure klaagt Uzun, in verschillende instanties, over de simultane toepassing van verschillende surveillancemaatregelen, waaronder de toepassing van GPS surveillance, in beide gevallen volgens hem zonder dat daarvoor een toereikende wettelijke grondslag bestaat in het nationale recht. Ook klaagt hij dat het gebruik van aldus verkregen bewijs in strijd was met zijn recht op een eerlijk proces. Deze verweren worden verworpen.