Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 126ee [Nadere regelgeving]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2019
- Bronpublicatie:
27-06-2018, Stb. 2018, 322 (uitgifte: 21-09-2018, kamerstukken: 34372)
- Inwerkingtreding
01-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-02-2019, Stb. 2019, 67 (uitgifte: 21-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent:
- a.
De opslag, verstrekking, plaatsing en verwijdering van de technische hulpmiddelen, bedoeld in de artikelen 126g, derde lid, 126l, eerste lid, 126nba, eerste lid, 126o, derde lid, 126s, eerste lid, 126uba, eerste lid, 126zd, eerste lid, 126zf, eerste lid, en 126zpa, eerste lid, alsmede van de technische hulpmiddelen bedoeld in de artikelen 126m, eerste lid, 126t, eerste lid, en 126zg, eerste lid, voor zover het bevel, bedoeld in artikel 126m, derde of vierde lid, onderscheidenlijk de artikelen 126t, derde of vierde lid en 126zg, derde of vierde lid, ten uitvoer wordt gelegd zonder medewerking van de betrokken aanbieder;
- b.
de technische eisen waaraan de hulpmiddelen voldoen, onder meer met het oog op de onschendbaarheid van de vastgelegde waarnemingen of, in geval van toepassing van artikel 126nba, 126uba of 126zpa, de vastgelegde gegevens, en met het oog op het voorkomen van misbruik door derden;
- c.
de controle op de naleving van de eisen, bedoeld onder b;
- d.
de instellingen die de registratie van signalen aan een technische bewerking onderwerpen;
- e.
de wijze waarop de bewerking, bedoeld onder d, plaatsvindt met het oog op de controleerbaarheid achteraf, dan wel de waarborgen waarmee deze is omgeven en de mogelijkheden voor een tegenonderzoek.