Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/987
Contra-expertise op initiatief verdediging
HR 12-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP8821
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juli 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.M.E. Thomassen, M.A. Loth
- Zaaknummer
10/02821
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BP8821
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP8821, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑07‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP8821, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2011
- Wetingang
Essentie
Het staat de verdachte vrij de resultaten van een op zijn eigen initiatief uitgevoerd onderzoek in het geding te brengen, maar het is aan de rechter te beoordelen welke betekenis toekomt aan een dergelijk rapport, waarbij onder andere de deskundigheid van de opsteller van dat rapport met betrekking tot de aan zijn oordeel onderworpen vragen van belang kan zijn.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 28 juni 2010, nummer 22/003915-09, in de strafzaak tegen: I. Adv. mr. A.W. Syrier, te Utrecht.