Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/1032
De heer Schüth is sinds de jaren tachtig organist en koorleider bij een Rooms-Katholieke parcohie in het Duitse Essen. In 1994 scheidt hij van tafel en bed van zijn echtgenote en het jaar daarop gaat hij samenwonen met een andere vrouw. Als in 1997 bekend wordt dat Schüth en zijn nieuwe partner een kind verwachten, wordt Schüth ontslagen wegens overtreding van de voorschriften van de Katholieke Kerk. Nadat ook het Federale Arbeidsgerecht heeft geoordeeld dat zijn ontslag niet onredelijk was, dient Schüth een klacht in bij het EHRM.
EHRM 23-09-2010, ECLI:NL:XX:2010:BO6579 (Schüth/Duitsland)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
23 september 2010
- Magistraten
P. Lorenzen, R. Jaeger, R. Maruste, I. Berro-Lefèvre, M. Lazarova Trajkovska, Z. Kalaydjieva, G. Yudkivska
- Zaaknummer
1620/03
- LJN
BO6579
- Roepnaam
Schüth/Duitsland
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2010:BO6579, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 23‑09‑2010
- Wetingang
EVRM art. 8
Essentie
Schüth tegen Duitsland.
De heer Schüth is sinds de jaren tachtig organist en koorleider bij een Rooms-Katholieke parcohie in het Duitse Essen. In 1994 scheidt hij van tafel en bed van zijn echtgenote en het jaar daarop gaat hij samenwonen met een andere vrouw. Als in 1997 bekend wordt dat Schüth en zijn nieuwe partner een kind verwachten, wordt Schüth ontslagen wegens overtreding van de voorschriften van de Katholieke Kerk. Nadat ook het Federale Arbeidsgerecht heeft geoordeeld dat zijn ontslag niet onredelijk was, dient Schüth een klacht in bij het EHRM.
Artikel 8 EVRM kan voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.