Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/1074
Oordeel dat verdachte hoger beroep bij schriftuur niet heeft toegelicht onbegrijpelijk.
HR 14-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM7489
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 september 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/04482
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BM7489
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM7489, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM7489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2010
Essentie
Oordeel dat verdachte hoger beroep bij schriftuur niet heeft toegelicht onbegrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 mei 2008, nummer 23/005473-07, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. N. van der Laan, te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. N. van der Laan, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.