Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/1070
Niet blijkt van onderzoek of strafrechtelijke positie van veroordeelde bij omzetting buitenlands vonnis is verzwaard.
HR 14-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM4453
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 september 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
09/04274 W
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BM4453
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM4453, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM4453, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2010
- Wetingang
Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen art. 11 lid 1 sub d; WOTSart. 31 lid 1
Essentie
WOTS. De Rechtbank heeft geen blijk gegeven te hebben onderzocht of zij de strafrechtelijke positie van de veroordeelde door de strafoplegging heeft verzwaard. In aanmerking genomen dat art. 11, eerste lid sub d, van het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen (Trb. 1983, 74) een verzwaring van de strafrechtelijke positie van de veroordeelde uitsluit en namens de veroordeelde als verweer is gevoerd dat bij tenuitvoerlegging van de straf in Frankrijk na ommekomst van de helft van de straf om vrijlating had kunnen worden verzocht, had de Rechtbank blijk moeten geven te hebben onderzocht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.