Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/1064
Het misdrijf beïnvloeding van een getuige vereist niet dat enige vorm van intimidatie heeft plaatsgevonden.
HR 14-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM4212
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 september 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
08/01650
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BM4212
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM4212, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM4212, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2010
- Wetingang
Sr art. 285a
Essentie
Beïnvloeding getuige. Voor een veroordeling ter zake van het in art. 285a Sr voorziene misdrijf is niet vereist dat komt vast te staan dat van de zijde van de verdachte sprake is geweest van enige vorm van intimidatie jegens de in die bepaling bedoelde persoon. Voor een dergelijke eis is in de tekst van die bepaling geen steun te vinden, terwijl strekking noch geschiedenis van die bepaling nopen tot een dergelijke uitleg.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 28 maart 2008, nummer 20/001574-07, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.