RvdW 2019/141
Arbeidsrecht. Wwz. Transitievergoeding; overgangsrecht.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 januari 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00112
- Conclusie
A-G mr. W.H. Wissink
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:28, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1154, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑01‑2018
- Wetingang
Art. 7:673 BW; art. XXI lid 7, art. XXII lid 1 Wwz; art. 2, 4 Besluit Overgangsrecht Transitievergoeding
Essentie
Arbeidsrecht. Wwz. Transitievergoeding; overgangsrecht.
Samenvatting
De bepalingen van de op art. XXII lid 7 Wwz gebaseerde art. 2 en 4 Besluit Overgangsrecht Transitievergoeding komen erop neer dat vergoedingen of voorzieningen waarop de werknemer ingevolge vóór 1 juli 2015 gemaakte collectieve afspraken recht heeft, in de plaats komen van de in 7:673 e.v. BW bedoelde transitievergoeding bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst in de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016. Voor toepassing van de overgangsregeling is niet vereist dat de vergoeding of voorziening pas na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst ...