Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/157
Verjaring. Met vernietiging van de bestreden uitspraak (als aangegeven), verklaart de HR de officier van justitie alsnog niet-ontvankelijk in de vervolging voor de Opiumwetfeiten gepleegd in de periode van 1 januari 1986 t/m 31 december 1987.
HR 08-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:22
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 januari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/02616
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:22, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1236, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2018
Essentie
Verjaring. Met vernietiging van de bestreden uitspraak (als aangegeven), verklaart de HR de officier van justitie alsnog niet-ontvankelijk in de vervolging voor de Opiumwetfeiten gepleegd in de periode van 1 januari 1986 t/m 31 december 1987.
Partij(en)
8 januari 2019
Strafkamer
nr. S 17/02616
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 5 maart 1992, nummer 23/000391-91, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. De verdachte is bij arrest van 5 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.