Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 4/2009 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen
Artikel 75 Overgangsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 30-01-2009
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via rectificaties (PbEU 2011, L 131 en 2013, L 8).
- Bronpublicatie:
18-12-2008, PbEU 2009, L 7 (uitgifte: 10-01-2009, regelingnummer: 4/2009)
- Inwerkingtreding
30-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2008, PbEU 2009, L 7 (uitgifte: 10-01-2009, regelingnummer: 4/2009)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
1.
Onder voorbehoud van de leden 2 en 3 is deze verordening slechts van toepassing op de procedures die zijn ingesteld, de gerechtelijke schikkingen die zijn goedgekeurd of getroffen, en de authentieke akten die zijn opgesteld vanaf de datum waarop de verordening van toepassing is geworden.
2.
De afdelingen 2 en 3 van hoofdstuk IV zijn van toepassing:
- a)
op beslissingen, in lidstaten gegeven voordat de verordening van toepassing wordt, en waarvan vanaf dat tijdstip erkenning en uitvoerbaarverklaring wordt gevraagd;
- b)
op beslissingen die vanaf de datum waarop de verordening van toepassing wordt, worden gegeven in procedures die voor dat tijdstip zijn begonnen,
voor zover deze beslissingen, wat erkenning en tenuitvoerlegging betreft, binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 44/2001 vallen.
Verordening (EG) nr. 44/2001 blijft van toepassing op de procedures inzake erkenning en tenuitvoerlegging die aanhangig zijn op het tijdstip waarop de onderhavige verordening van toepassing wordt.
De eerste en de tweede alinea zijn van overeenkomstige toepassing op gerechtelijke schikkingen die worden goedgekeurd of getroffen, en authentieke akten die worden opgesteld in de lidstaten.
3.
Hoofdstuk VII betreffende samenwerking tussen de centrale autoriteiten is van toepassing op verzoeken die de centrale autoriteit in ontvangst neemt met ingang van de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.