Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/341
Faillissement. Inbewaringstelling bestuurder van gefailleerde vennootschap op voet art. 87 lid 1 Fw; maatstaf; eisen van proportionaliteit en subsidiariteit; art. 5 en 6 EVRM. Niet-ontvankelijkheid cassatieberoep ingesteld door rechter-commissaris.
HR 10-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:51
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 januari 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
13/00645
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:51, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1314, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
Faillissement. Inbewaringstelling bestuurder van gefailleerde vennootschap op voet art. 87 lid 1 Fw; maatstaf; eisen van proportionaliteit en subsidiariteit; art. 5 en 6 EVRM. Niet-ontvankelijkheid cassatieberoep ingesteld door rechter-commissaris.
Het cassatieberoep is mede ingesteld door de rechter-commissaris en is in zoverre niet-ontvankelijk. De rechter-commissaris is op grond van art. 64 Fw als rechter belast met het toezicht op het beheer en de vereffening van de failliete boedel. Weliswaar kan de rechtbank op zijn voordracht bevelen dat de gefailleerde op de voet van art. 87 Fw in verzekerde bewaring ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.