Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/338
Bevoegdheid pandhouder tot parate executie; onderhandse executieverkoop door pandgever overeengekomen als afwijkende wijze van verkoop in zin art. 3:251 lid 2 BW; Haviltex-maatstaf; pandhouder ook na faillissement gerechtigd tot executieopbrengst; art. 3:253 lid 1 BW; geen verrekening in zin art. 54 Fw; geen misbruik door bank van bijzondere positie in het girale betalingsverkeer.
HR 14-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:319 (Feenstra/ING)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 februari 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/04132
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Roepnaam
Feenstra/ING
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:319, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1253, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑08‑2012
- Wetingang
Art. 3:248, 3:251, 3:253 BW; art. 54 Fw
Essentie
Bevoegdheid pandhouder tot parate executie; onderhandse executieverkoop door pandgever overeengekomen als afwijkende wijze van verkoop in zin art. 3:251 lid 2 BW; Haviltex-maatstaf; pandhouder ook na faillissement gerechtigd tot executieopbrengst; art. 3:253 lid 1 BW; geen verrekening in zin art. 54 Fw; geen misbruik door bank van bijzondere positie in het girale betalingsverkeer.
Een pandhouder is uit hoofde van art. 3:248 lid 1 BW bevoegd het verpande goed te verkopen en op de opbrengst daarvan het hem verschuldigde te verhalen als de schuldenaar in verzuim is met de voldoening van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.