Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/340
Huur bedrijfsruimte. Beëindiging huur bedrijfsruimte op voet art. 7:295 lid 2 BW; bouw- en renovatieplan grond voor beëindiging wegens dringend eigen gebruik verhuurder in zin art. 7:296 lid 1 onder b BW?; geen analoge toepassing HR 26 maart 2010, NJ 2010/190 m.b.t. huur woonruimte; maatstaf.
HR 14-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:338 (Alog/Ultimo)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 februari 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/00934
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Roepnaam
Alog/Ultimo
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:338, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1382, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
Huur bedrijfsruimte. Beëindiging huur bedrijfsruimte op voet art. 7:295 lid 2 BW; bouw- en renovatieplan grond voor beëindiging wegens dringend eigen gebruik verhuurder in zin art. 7:296 lid 1 onder b BW?; geen analoge toepassing HR 26 maart 2010, NJ 2010/190 m.b.t. huur woonruimte; maatstaf.
Art. 7:296 lid 1, aanhef en onder b, BW, dat ingevolge art. 7:300 lid 3 BW van overeenkomstige toepassing is op de onderhavige huurovereenkomst, bepaalt met betrekking tot bedrijfsruimte als bedoeld in art. 7:290 BW, dat de verhuurder de huurovereenkomst kan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.