Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/1152
Beklag. OM-cassatie. Gegronde klacht over vaststelling hoogte van het onder klaagster inbeslaggenomen geldbedrag.
HR 13-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3068
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/01013
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3068, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1605, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2015
Essentie
Beklag. OM-cassatie. Gegronde klacht over vaststelling hoogte van het onder klaagster inbeslaggenomen geldbedrag.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Rotterdam van 30 juli 2013, nummer RK 13/205, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door: [klaagster].
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1.
De Rechtbank Rotterdam heeft bij beschikking van 30 juli 2013 het beklag van klaagster ex art. 552a Sv, strekkende tot opheffing van het onder klaagster gelegde beslag op een contant geldbedrag, gegrond verklaard voor zover dat beklag ziet op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.