Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/1142
Invordering buitenlands rijbewijs van in buitenland woonachtige verdachte.
HR 13-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3077
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/05462
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3077, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2083, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑08‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑12‑2014
- Wetingang
Art. 164, 180 WVW 1994
Essentie
Op grond van art. 164 WVW 1994 kunnen buitenlandse rijbewijzen worden ingevorderd en ingehouden in de gevallen van lid 2 en 3 van dat artikel. Niet is vereist dat de houder van het rijbewijs in Nederland woonachtig is. Daaraan doet niet af dat wanneer art. 180 lid 4 WVW 1994 toepasselijk is, op grond van art. 180 lid 8 WVW 1994 de verplichting het rijbewijs in te leveren niet geldt als de houder van het buitenlandse rijbewijs niet in Nederland woonachtig is. Art. 180 lid 4 WVW 1994 is immers alleen van toepassing als het rijbewijs ten tijde van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.