Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/897
Schadevergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking i.g.v. ontbinding door eigen tekortkoming? Wettelijke rente; vereiste van verzuim.
HR 09-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2329 (Proav/AVA)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juli 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/04169
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BM2329
- Roepnaam
Proav/AVA
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM2329, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM2329, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑09‑2008
- Wetingang
BW art. 3:305a
Essentie
Schadevergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking i.g.v. ontbinding door eigen tekortkoming? Wettelijke rente; vereiste van verzuim.
Art. 6:277 BW strekt ertoe buiten twijfel te stellen dat ook de schade die door de ontbinding van de overeenkomst wordt veroorzaakt en die bij keuze van andere rechtsmiddelen niet zou zijn geleden, voor vergoeding in aanmerking komt. Deze strekking noch de tekst van het artikel verzet zich ertegen dat de partij wier tekortkoming een grond voor ontbinding heeft opgeleverd, recht heeft op schadevergoeding op de grond dat haar wederpartij door die ontbinding ongerechtvaardigd is verrijkt. Met inachtneming van de bijzondere omstandigheden van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.