Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/922
Verwerping beroep op inkeerbepaling van art. 69 lid 3 AWR ontoereikend gemotiveerd.
HR 06-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8996
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juli 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
07/11294
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BL8996
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Materieel strafrecht (V)
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL8996, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL8996, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2010
- Wetingang
Sv art. 348; AWR art. 69 lid 3
Essentie
Dat in de aangifte loonbelasting over de maand oktober opzettelijk is afgezien van aangifte ter zake optierechten en dat dit weloverwogen is uitgesteld tot de aangifte over december, staat niet zonder meer in de weg aan toepassing van de inkeerbepaling van art. 69 lid 3 AWR. De verwerping van het beroep op niet-ontvankelijkheid van het OM is ontoereikend gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 mei 2007, nummer 23/005629-04, in de strafzaak tegen: P.E.K. Adv. mr. D.R. Doorenbos, te Amsterdam.