Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/189
Schuldsanering. Tussentijdse beëindiging schuldsanering; gronden voor ontbreken goede trouw (art. 288 Fw) reeds aanwezig t.t.v. ‘pro forma’ beslissing inzake toelating schuldsanering.
HR 27-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:111
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 januari 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/04131
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:111, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1194, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2016
- Wetingang
Essentie
Schuldsanering. Tussentijdse beëindiging schuldsanering; gronden voor ontbreken goede trouw (art. 288 Fw) reeds aanwezig t.t.v. ‘pro forma’ beslissing inzake toelating schuldsanering.
Toepassing van de schuldsaneringsregeling kan niet tussentijds worden beëindigd op grond van feiten en omstandigheden die aan de rechter bekend waren ten tijde van zijn uitspraak tot toelating van de schuldsaneringsregeling. Indien de feiten en omstandigheden op grond waarvan het hof de tussentijdse beëindiging op grond van art. 350 lid 3 aanhef en onder a Fw aangewezen heeft geacht, reeds in stukken aan de rechtbank waren voorgelegd toen zij de schuldsaneringsregeling uitsprak, moet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.