Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/186
Wettelijk deelgenootschap (art. 1:132 e.v. (oud) BW); eenvoudige gemeenschap in afwikkeling betrekken? Grenzen rechtsstrijd. Rekening en verantwoording over beheer eenvoudige gemeenschap (art. 3:173 BW)?
HR 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:156
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 februari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/02904
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:156, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1015, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑06‑2015
- Wetingang
Art. 3:173 (oud) BW; art. 1:132, 1:113, 1:139, 1:140 BW
Essentie
Wettelijk deelgenootschap (art. 1:132 e.v. (oud) BW); eenvoudige gemeenschap in afwikkeling betrekken? Grenzen rechtsstrijd. Rekening en verantwoording over beheer eenvoudige gemeenschap (art. 3:173 BW)?
Ingevolge art. 1:139 lid 2 BW; art. 1:140 lid 2 (oud) BW worden tot het vermogen van een echtgenoot al zijn goederen en schulden gerekend, met uitzondering van zijn aandeel in een tussen de echtgenoten bestaande gemeenschap van goederen. Deze uitzondering heeft betrekking op een (beperkte) huwelijksgemeenschap. In het geval van een eenvoudige gemeenschap, die ontstaat indien op huwelijkse voorwaarden gehuwde echtgenoten gezamenlijk een goed verwerven waarin zij ieder een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.