Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 568
Rijkswet op het Nederlanderschap. Cassatieberoep ex art. 18 lid 2; cassatietermijn; toepasselijkheid art. 426 lid 1 Rv.
HR 23-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL6184
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 april 2010
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
09/03740
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BL6184
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL6184, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL6184, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2010
Essentie
Rijkswet op het Nederlanderschap. Cassatieberoep ex art. 18 lid 2; cassatietermijn; toepasselijkheid art. 426 lid 1 Rv.
Zelfde beslissing als in de eveneens op 23 april 2010 door de Hoge Raad uitgesproken beschikking in de zaak 09/03739 (RvdW 2010, 562).
Partij(en)
[Verzoekster], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. L.C. Blok,
tegen
de Staat der Nederlanden, te 's‑Gravenhage,verweerder in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het navolgende stuk:
- a. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.