Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/23
Medeplegen van opzettelijk binnen Nederland brengen van 72 kg cocaïne, art. 2 onder A Opiumwet. Bewijsklacht medeplegen van verlengde invoer a.b.i. art. 1 lid 4 Opiumwet. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 26-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1791
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 november 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/00899
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1791, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:987, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2019
Essentie
Medeplegen van opzettelijk binnen Nederland brengen van 72 kg cocaïne, art. 2 onder A Opiumwet. Bewijsklacht medeplegen van verlengde invoer a.b.i. art. 1 lid 4 Opiumwet. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/00899
Datum 26 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 20 november 2017, nummer 22/001141-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. De verdachte is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.