Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1218
1. Geen middel van cassatie in de zin van de wet. De Hoge Raad herhaalt overwegingen HR 14 april 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1016, NJ 1999/75 met betrekking tot art. 557 Sv en 511i Sv en overwegingen HR 16 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1947 met betrekking tot afwijkende behandeling van het middel van de betrokkene van de wijze waarop een dergelijk middel van het Openbaar Ministerie wordt beoordeeld. 2. Toereikende motivering van aan de bewijsvoering ontleende schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Samenhang met 16/03498.
HR 30-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:2010
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/03499 P
- Conclusie
A-G mr. A.J. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2010, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:882, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2018
Essentie
1. Geen middel van cassatie in de zin van de wet. De Hoge Raad herhaalt overwegingen HR 14 april 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1016, NJ 1999/75 met betrekking tot art. 557 Sv en 511i Sv en overwegingen HR 16 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1947 met betrekking tot afwijkende behandeling van het middel van de betrokkene van de wijze waarop een dergelijk middel van het Openbaar Ministerie wordt beoordeeld. 2. Toereikende motivering van aan de bewijsvoering ontleende schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Samenhang met 16/03498.
Partij(en)
30 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 16/03499 P ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.