Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1213
Klaagschrift tegen inbeslagneming; ontvankelijkheid mondeling ingediend klaagschrift; verval beslag na faillissement beslagene.
HR 30-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:2003
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/05542 B
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2003, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:714, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
Klaagschrift tegen inbeslagneming; ontvankelijkheid mondeling ingediend klaagschrift; verval beslag na faillissement beslagene.
1. De rechtbank heeft het klaagschrift ten onrechte aangemerkt als een (ontvankelijk) klaagschrift, nu de wet niet de mogelijkheid kent dat een verzoek om teruggave mondeling wordt gedaan. Nu in casu is voldaan aan het in art. 552a lid 5 Sv gewaarborgde belang van de belanghebbende kon niet-ontvankelijkverklaring van klager in zijn beklag achterwege blijven.
2. Ingeval van faillissement van de beslagene vervalt wel een op de voet van art. 94a Sv gelegd beslag, maar niet een op de voet van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.