NJ 1999, 75
Profijtontneming / vernietiging arrest in hoofdzaak voor deel feiten, terwijl ontnemingszaak onder meer één van die feiten betreft, belet niet verwerping beroep in ontnemingszaak / HR verwijst naar 557 lid 4 en 511i Sv
HR 14-04-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1016, m.nt. G. Knigge
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 april 1998
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens, Aaftink, Orie
- Zaaknummer
106887P
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
G. Knigge
- LJN
ZD1016
- JCDI
JCDI:ADS74153:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Penitentiair recht (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD1016, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑04‑1998
- Wetingang
Sr art. 36e; Sv art. 511i; Sv art. 557 lid 4
Essentie
Profijtontneming. Vernietiging arrest in hoofdzaak voor een deel van de feiten, terwijl ontnemingszaak onder meer één van die feiten betreft, staat niet aan verwerping beroep in de ontnemingszaak in de weg. De Hoge Raad verwijst naar art. 557 lid 4 en 511i Sv.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 oktober 1996 op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van M.El. M., te Utrecht.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de veroordeelde de verplichting opgelegd tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.