RvdW 2020/1010:Beklag, beslag ex art. 94 Sv op auto van klager onder zijn zus t.z.v. verdenking van rijden zonder rijbewijs, waarna auto in strafzaak tegen zus bij onherroepelijk vonnis verbeurd is verklaard. Bevoegdheid Rb. HR ambtshalve: Redelijke wetstoepassing brengt mee dat, als gerecht dat bevoegd is tot afdoening van klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv constateert dat sinds indiening daarvan desbetreffende voorwerpen bij inmiddels uitvoerbare beslissing zijn verbeurdverklaard of onttrokken aan het verkeer, dit klaagschrift moet worden opgevat als klaagschrift als bedoeld in art. 552b Sv. Indien dat gerecht, gelet op art. 552b.2 Sv, niet bevoegd is tot behandeling van zo opgevat klaagschrift dient het te bepalen dat griffier stukken zal zenden naar het tot die behandeling wel bevoegde gerecht (vgl. NJ 1994/263). Vonnis met daarin verbeurdverklaring van personenauto is pas in cassatiefase van beklagzaak onherroepelijk geworden. Ook voor die situatie heeft te gelden dat klaagschrift moet worden opgevat als klaagschrift als bedoeld in art. 552b Sv. HR vernietigt beschikking Rb en bepaalt dat stukken ter verdere behandeling en afdoening zullen worden gezonden naar Rb.