Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1003
Verdachte ex art. 416 lid 2 Sv niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Onbegrijpelijk oordeel hof dat door verdachte geen schriftuur houdende grieven is ingediend.
HR 15-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1415
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 september 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/05404
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS233563:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1415, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑09‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:620, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑03‑2020
- Wetingang
Essentie
Verdachte is door het hof ex art. 416 lid 2 Sv niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, mede op de grond dat door verdachte geen schriftuur houdende grieven is ingediend. Gelet op een namens verdachte voor de zitting aan het hof gezonden fax, waaruit moet worden afgeleid dat namens verdachte een schriftuur houdende grieven is ingediend, is ’s hofs oordeel onbegrijpelijk.
Samenvatting
Het in art. 416 lid 2 bedoelde geval dat verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend doet zich niet voor indien de schriftuur buiten de in art. 410 lid 1 Sv genoemde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.