RvdW 2020/1005:Medeplegen aanwezig hebben heroïne (ongeveer 1.487,4 gram) in plastic tas in inbouwkast in door medeverdachte gebruikte en door verdachte 4 maal bezochte woning. Uit gebezigde bewijsmiddelen kan niet volgen dat verdachte méér was dan bezoeker. Gelet hierop is ’s hofs oordeel dat verdachte ‘feitelijk gebruiker’ van woning was, zodat aangetroffen heroïne op 15-3-2017 zich in zijn machtssfeer bevond en hij wetenschap moet hebben gehad van aangetroffen heroïne, mede gelet op wat door verdachte is aangevoerd, onvoldoende gemotiveerd, in aanmerking genomen dat heroïne is aangetroffen in woonkamer van die woning in plastic zak die in inbouwkast lag. Ook indien verdachte wel op de hoogte zou zijn geweest van aanwezigheid van tas met heroïne in inbouwkast, valt niet in te zien o.g.v. welke vaststellingen kan worden geoordeeld dat verdachte bijdrage van voldoende gewicht heeft geleverd om die enkele wetenschap en zich niet distantiëren van deze heroïne te kwalificeren als medeplegen.