Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken
Bijlage II Van de toepassing van artikel 4, lid 2, punt a), vrijgestelde materialen en onderdelen
Geldend
Geldend vanaf 30-03-2023
- Bronpublicatie:
16-12-2022, PbEU 2023, L 73 (uitgifte: 10-03-2023, regelingnummer: 2023/544)
- Inwerkingtreding
30-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2022, PbEU 2023, L 73 (uitgifte: 10-03-2023, regelingnummer: 2023/544)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Een maximale concentratie van 0,1 gewichtsprocent voor lood, zeswaardig chroom en kwik in homogeen materiaal en 0,01 gewichtsprocent voor cadmium in homogeen materiaal wordt toegestaan.
Na 1 juli 2003 in de handel gebrachte reserveonderdelen die worden gebruikt voor voertuigen die vóór 1 juli 2003 in de handel werden gebracht, met uitzondering van wielbalansgewichten, koolborstels voor elektrische motoren en remvoeringen, zijn vrijgesteld van artikel 4, lid 2, punt a), van Richtlijn 2000/53/EG.
Materialen en onderdelen | Werkingssfeer en einde van de geldigheidsduur van de vrijstelling | Te merken of herkenbaar te maken overeenkomstig artikel 4, lid 2, punt b), iv) | |
---|---|---|---|
Lood als legeringselement | |||
1 a) | Staal voor verwerkingsdoeleinden en discontinu thermisch verzinkte stalen onderdelen met een loodgehalte van niet meer dan 0,35 gewichtsprocent | ||
1 b) | Continu verzinkt plaatstaal dat niet meer dan 0,35 gewichtsprocent lood bevat | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | |
2 a) | Aluminium voor verwerkingsdoeleinden dat niet meer dan 2 gewichtsprocent lood bevat | Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht | |
2b) | Aluminium dat niet meer dan 1,5 gewichtsprocent lood bevat | Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht | |
2 c) i) | Aluminiumlegeringen voor verwerkingsdoeleinden die niet meer dan 0,4 ewichtsprocent lood bevatten | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2028 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | |
2 c) ii) | Aluminiumlegeringen die niet onder 2 c) i) vallen en die niet meer dan 0,4 gewichtsprocent lood bevatten (2) | (1) | |
3. | Koperlegeringen die niet meer dan 4 gewichtsprocent lood bevatten | (3) | |
4 a) | Lagerschalen en -zuigers | Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht | |
4 b) | Lagerschalen en -zuigers in motoren, transmissies en aircocompressoren | Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2011 in de handel zijn gebracht | |
Lood en loodverbindingen in onderdelen | |||
5 a) | Lood in batterijen die worden gebruikt in hoogspanningsystemen (4) die alleen worden gebruikt voor de aandrijving van voertuigen van de categorieën M1 en N1. | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2019 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X |
5 b) i) | Lood in batterijen:
| (3) | X |
5 b) ii) | Lood in batterijen die in toepassingen worden gebruikt die niet onder punt 5, a), of punt 5, b), i), vallen | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2024 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X |
6. | Trillingsdempers | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X |
7 a) | Vulkaniseermiddelen en stabilisatoren voor elastomeren in remslangen, brandstofslangen, luchtventilatieslangen, elastomeer/metaalonderdelen in de chassistoepassingen en motorophangingen | Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht | |
7 b) | Vulkaniseermiddelen en stabilisatoren voor elastomeren in remslangen, brandstofslangen, luchtventilatieslangen, elastomeer/metaalonderdelen in de chassistoepassingen en motorophangingen die niet meer dan 0,5 gewichtsprocent lood bevatten | Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2006 in de handel zijn gebracht | |
7 c) | Bindmiddelen voor elastomeren die in aandrijftoepassingen worden gebruikt, met een loodgehalte van niet meer dan 0,5 gewichtsprocent | Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2009 in de handel zijn gebracht | |
8 a) | Lood in soldeer om elektrische en elektronische onderdelen aan elektronische printplaten te bevestigen en lood in de afwerking van de uiteinden van andere onderdelen dan elektrolytische aluminiumcondensatoren, in pinnen van onderdelen en in elektronische printplaten | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 b) | Lood in soldeer in elektrische toepassingen, behalve soldeer op elektronische printplaten of op glas | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2011 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 c) | Lood in de afwerking van de uiteinden van elektrolytische aluminiumcondensatoren | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2013 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 d) | Lood in soldeer op glas in luchtmassameters | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2015 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 e) | Lood in soldeer met een hoog smeltpunt (d.w.z. loodlegeringen met ten minste 85 gewichtsprocent lood) | (1) | X (5) |
8 f) i) | Lood in flexibele penconnectorsystemen | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2017 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 f) ii) | Lood in andere flexibele penconnectorsystemen dan het pasvlak van kabelboomconnectoren | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2024 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 g) i) | Lood in soldeer voor de totstandbrenging van een haalbare elektrische verbinding tussen een halfgeleider-die en een drager in ‘flip chip’-behuizingen voor geïntegreerde schakelingen | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 oktober 2022 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 g) ii) | Lood in soldeer voor de totstandbrenging van een haalbare elektrische verbinding tussen de halfgeleider-die en de drager in ‘flip chip’-behuizingen voor geïntegreerde schakelingen waarbij die elektrische verbinding bestaat uit:
| (1) Voertuigen met typegoedkeuring van 1 oktober 2022 of later, en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 h) | Lood in soldeer om warmteverspreiders te bevestigen aan het koelingslichaam in krachtige halfgeleiders met een chipgrootte van minstens 1 cm2 projectieoppervlak en een nominale spanningsdichtheid van minstens 1 A per mm2 siliciumchipoppervlak | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 i) | Lood in soldeer in elektrische toepassingen op glas, met uitzondering van soldeer op gelamineerd glas | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 j) | Lood in soldeer op gelamineerd glas | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2020 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
8 k) | Solderen van verwarmingstoepassingen met een verwarmingsstroom van 0,5 A of meer per betrokken soldeerverbinding met een enkele ruit van gelamineerd glas met een dikte van ten hoogste 2,1 mm. Deze vrijstelling geldt niet voor het solderen aan contactpunten in de tussenlaag van polymeer. | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2024 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X (5) |
9. | Klepzittingen | Als reserveonderdelen voor motortypen die vóór 1 juli 2003 zijn ontwikkeld | |
10 a) | Elektrische en elektronische onderdelen die lood in glas of keramiek, in een glas- of composiet met keramische matrix, in een glaskeramisch materiaal of een composiet met glaskeramische matrix bevatten. Deze vrijstelling heeft geen betrekking op het gebruik van lood in:
| X (6) (voor andere onderdelen dan piëzo-onderdelen in motoren) | |
10 b) | Lood in op PZT gebaseerde diëlektrische keramische materialen in condensatoren die onderdeel zijn van geïntegreerde schakelingen of discrete halfgeleiders | ||
10 c) | Lood in diëlektrische keramische materialen in condensatoren voor een nominale spanning van minder dan 125 V wisselstroom of 250 V gelijkstroom | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | |
10 d) | Lood in diëlektrische keramische materialen in condensatoren die de temperatuurgebonden afwijkingen van sensoren in ultrasone sonarinstallaties compenseren | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2017 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | |
11. | Pyrotechnische ontstekers | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2006 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | |
12. | Loodhoudende thermo-elektrische materialen in elektrische toepassingen in de automobielsector om de CO2-emissies te verminderen door de terugwinning van uitlaatgaswarmte | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2019 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X |
Zeswaardig chroom | |||
13 a) | Corrosiewerende beschermlagen | Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2007 in de handel zijn gebracht | |
13 b) | Corrosiewerende beschermlagen van schroefmoerverbindingen voor chassistoepassingen | Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht | |
14. Zeswaardig chroom als anticorrosiemiddel in het koolstofstalen koelsysteem in absorptiekoelkasten tot 0,75 gewichtsprocent in de koeloplossing:
| Voor a): voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2020 en reserveonderdelen voor deze voertuigen Voor b): voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2026 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X | |
Kwik | |||
15 a) | Ontladingslampen voor koplampen | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X |
15 b) | Fluorescentiebuizen voor instrumentenpanelen | Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen | X |
Cadmium | |||
16. | Batterijen voor elektrische voertuigen | Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 31 december 2008 in de handel zijn gebracht |
Voetnoten
Van toepassing op aluminiumlegeringen waar lood niet opzettelijk aan is toegevoegd maar waarin het aanwezig is door het gebruik van gerecycleerd aluminium.
Deze vrijstelling wordt opnieuw bekeken in 2024.
Deze vrijstelling wordt opnieuw bekeken in 2025.
Systemen met een spanning van > 75 V gelijkstroom zoals gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 357).
Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1).
Deze vrijstelling wordt opnieuw bekeken in 2025.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Deze vrijstelling wordt opnieuw bekeken in 2024.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Deze vrijstelling wordt opnieuw bekeken in 2024.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in punt 10 a) genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.
Demontage als in combinatie met in de punt 8, a) tot en met k), genoemde toepassingen een gemiddelde drempelwaarde van 60 gram per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.