Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken
Artikel 7 Hergebruik en nuttige toepassing
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2018
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/849)
- Inwerkingtreding
04-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/849)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om aan te moedigen dat hergebruikbare onderdelen worden hergebruikt, niet hergebruikbare onderdelen nuttig worden toegepast en dat, voorzover milieuhygiënisch verantwoord, de voorkeur wordt gegeven aan recycling, onverminderd de voorschriften betreffende de veiligheid van voertuigen en milieuvoorschriften zoals luchtemissies en beheersing van geluidhinder.
2.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de ondernemingen de volgende streefcijfers halen:
- a)
uiterlijk op 1 januari 2006 moet hergebruik en nuttige toepassing voor alle autowrakken ten minste 85 % bedragen van het gemiddelde voertuiggewicht op jaarbasis. Op die datum moet hergebruik en recyclage ten minste 80 % bedragen van het gemiddelde voertuiggewicht op jaarbasis.
Voor voertuigen die vóór 1980 zijn geproduceerd, mogen de lidstaten lagere streefcijfers vaststellen die evenwel voor hergebruik en nuttige toepassing niet lager dan 75 % en voor hergebruik en recycling niet lager dan 70 % mogen zijn. Lidstaten die van deze bepaling gebruikmaken, stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van hun redenen voor dit besluit;
- b)
uiterlijk op 1 januari 2015 moet hergebruik en nuttige toepassing voor alle autowrakken ten minste 95 % bedragen van het gemiddelde voertuiggewicht op jaarbasis. Op die datum moet hergebruik en recyclage ten minste 85 % bedragen van het gemiddelde voertuiggewicht op jaarbasis.
Uiterlijk op 31 december 2005 bezien het Europees Parlement en de Raad de onder b) vermelde streefcijfers opnieuw, op basis van een van een voorstel vergezeld verslag van de Commissie. In haar verslag houdt de Commissie rekening met de ontwikkeling van de materialensamenstelling van de voertuigen, alsook met alle andere milieuaspecten die met voertuigen verband houden.
De Commissie mag uitvoeringshandelingen vaststellen met betrekking tot de gedetailleerde voorschriften om na te gaan of de lidstaten voldoen aan de in de eerste alinea van dit lid vastgestelde streefcijfers. Bij het voorbereiden van dergelijke voorschriften houdt de Commissie rekening met alle relevante factoren, onder meer de beschikbaarheid van gegevens en de kwestie van de in- en uitvoer van autowrakken. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
3.
Op voorstel van de Commissie stellen het Europees Parlement en de Raad de streefcijfers vast voor hergebruik en nuttige toepassing en voor hergebruik en recyclage die na 2015 moeten worden gehaald.
4.
Ter voorbereiding van de wijziging van Richtlijn 70/156/EEG bevordert de Commissie de opstelling van Europese normen inzake de mogelijkheid tot demontage, nuttige toepassing en recycling van voertuigen. Wanneer die normen goedgekeurd zijn, maar in geen geval later dan einde 2001, gaan het Europees Parlement en de Raad, op voorstel van de Commissie, over tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG, zodat de overeenkomstig die richtlijn goedgekeurde voertuigen die drie jaar na de wijziging van Richtlijn 70/156/EEG op de markt worden gebracht, voor minimum[lees: minimaal] 85 % van hun gewicht herbruikbaar en/of recycleerbaar en voor minimum[lees: minimaal] 95 % van hun gewicht herbruikbaar en/of nuttig toepasbaar zijn.
5.
In haar voorstel tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG inzake de mogelijkheid tot demontage, nuttige toepassing en recycling van voertuigen, houdt de Commissie op passende wijze rekening met de noodzaak ervoor te zorgen dat het hergebruik van onderdelen geen veiligheids- of milieurisico's met zich meebrengt.