Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/799
Herzieningszaak. Openlijke geweldpleging in 2007 in Arnhem. HR: Op de door de CAG vermelde gronden kan het in de aanvraag aangevoerde niet worden aangemerkt als een gegeven a.b.i. art. 457 lid 1 aanhef sub c Sv. Aanvraag ongegrond. CAG: Uit de tekst van de analyse komt naar voren dat de twee onderzoekers en de rapporteur hun oordeelsvorming hebben gebaseerd op dezelfde stukken als waarover het hof beschikte. Hun analyse komt in de kern erop neer dat zij het bewijs anders wegen dan het hof heeft gedaan. Geen novum.
HR 16-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1034
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 juni 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J.C.A.M. Claassens, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
19/01651 H
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1034, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:245, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2020
Essentie
Herzieningszaak. Openlijke geweldpleging in 2007 in Arnhem. HR: Op de door de CAG vermelde gronden kan het in de aanvraag aangevoerde niet worden aangemerkt als een gegeven a.b.i. art. 457 lid 1 aanhef sub c Sv. Aanvraag ongegrond. CAG: Uit de tekst van de analyse komt naar voren dat de twee onderzoekers en de rapporteur hun oordeelsvorming hebben gebaseerd op dezelfde stukken als waarover het hof beschikte. Hun analyse komt in de kern erop neer dat zij het bewijs anders wegen dan het hof heeft gedaan. Geen novum.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.