Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/261
Vennootschapsrecht. Bestuurdersaansprakelijkheid; persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders voor niet-nakoming huurgarantie door vennootschap; maatstaf; onbekendheid bestuurders met rechtsregel van HR 15 november 2013, NJ 2014/68.
HR 15-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:236
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 februari 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/06021
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:236, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1501, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2018
- Wetingang
Essentie
Vennootschapsrecht. Bestuurdersaansprakelijkheid; persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders voor niet-nakoming huurgarantie door vennootschap; maatstaf; onbekendheid bestuurders met rechtsregel van HR 15 november 2013, NJ 2014/68.
Samenvatting
In HR 8 december 2006, NJ 2006/659, is over de aansprakelijkheid van een bestuurder voor de benadeling van een schuldeiser van een vennootschap door het onbetaald en onverhaalbaar blijven van diens vordering onder meer overwogen dat daarvoor naast de aansprakelijkheid van de vennootschap mogelijk ook, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, grond zal zijn als die bestuurder (i) namens de vennootschap heeft gehandeld dan wel (ii) heeft bewerkstelligd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.